“In de energievoorziening zou Nederland gas een veel belangrijkere rol moeten geven." Dat zegt Paul van Gelder, voorzitter van de hoofddirectie van Gasunie in het Dagblad van het Noorden. Hij wil kolengestookte centrales ombouwen tot gasgestookte, omdat die 50 tot 60 procent minder CO2 uitstoten.
Het Nederlandse energiebeleid zet in op een mix van bronnen zoals gas, kolen, kernenergie en duurzame energie. Van Gelder vindt dat een combinatie van die vier in Europees verband uitgangspunt moet zijn waarbij Nederland, als aardgasland, een rol moet nastreven. Zo maakt het ambities zoals knooppunt van handel, transport en opslag van gas in Noordwest-Europa waar.
Van Gelder vindt dat gas onvoldoende wordt gewaardeerd in de energiediscussie: “Dat is deels te wijten aan de aardgasindustrie zelf. Die heeft te lang achterover geleund en onvoldoende de voordelen van gasgestookte centrales benadrukt. In de periode dat we niets deden, is men kolencentrales gaan bouwen. De argumenten voor kolencentrales zijn echter lang niet zo sterk als voor gasgestookte, De bouwkosten van gascentrales zijn lager. Ze hebben een veel lagere CO2-uitstoot. Gas is ook makkelijker in te zetten als duurzame energiebronnen als zon en wind het laten afweten. En bij de keuze voor gas word je niet opgezadeld met de druk dat je binnen een paar jaar techniek moet ontwikkelen voor CO2-opslag, die ook nog eens maatschappelijk tot zeer felle discussie leidt.”
Volgens de Gasunie-voorzitter is er zeker nog 200 tot 250 jaar voldoende gas in de wereld. Nederland beschikt nog zeker voor 50 jaar over eigen gas.