Een motie van Tweede Kamerlid Paulus Jansen (SP), die de Minister van EL&I opriep te regelen dat de aardgas samenstelling goed gedefinieerd wordt en de aangeslotenen een voldoende lange overgangstermijn krijgen om daarop te investeren, heeft het niet gehaald, ondanks de steun van een groot aantal partijen. Door het tegenstemmen van CDA, VVD en PvdA kreeg de motie geen meerderheid.
De aardgas samenstelling in Nederland gaat de komende jaren veranderen als gevolg van een afname van de binnenlandse gasproductie en de toename van gasimport via pijpleidingen en een nieuwe LNG-terminal. VEMW heeft vanaf 2009 aandacht gevraagd voor de problemen waar de zakelijke gasgebruikers mee geconfronteerd gaan worden. Maar daar waar de huishoudens een overgangstermijn van minimaal 10 jaar krijgen om CV-ketels, geisers, e.d. aan te passen, is de Minister van EL&I voor de aangeslotenen op het hoogcalorische gasnet van Gasunie niet bereid verder te gaan dan een overgangstermijn tot eind 2012, indien nodig jaarlijks te verlengen tot uiterlijk oktober 2014. Daarbij is onduidelijk wat de aardgassamenstelling in de toekomst zal zijn.
VEMW heeft gepleit voor een overgangstermijn van minimaal 5 jaar, conform een advies van Arcadis, KEMA en KIWA, die na onderzoek tot de conclusie kwamen dat een overgangsperiode van minimaal 5 jaar moet gelden voor de industrie om aan te kunnen sluiten op hun onderhouds- en investeringscycli. Aldus zouden volgens de onderzoekers de laagst maatschappelijke kosten gerealiseerd worden. Een randvoorwaarde daarvoor is bovendien zo spoedig mogelijk duidelijkheid te scheppen over de uiteindelijke samenstelling van het aardgas, anders kan immers niet verantwoord geïnvesteerd worden door de gasgebruikers.
Algemeen Directeur Hans Grünfeld van VEMW:
“Tweede Kamerlid Paulus Jansen van de SP verdient alle lof voor de pogingen om een oplossing te vinden voor de problemen waarmee alle gasafnemers in Nederland worden geconfronteerd. Het is buitengewoon teleurstellend dat andere partijen, zoals het CDA, de VVD en de PvdA deze zorgen kennelijk niet serieus nemen. Het is voor ons volstrekt onbegrijpelijk dat deze partijen geen oog hebben voor de noodzaak voor de industrie om duidelijkheid te hebben ten aanzien van de gaskwaliteit waaraan hun installaties moeten voldoen, om de veiligheid te kunnen blijven waarborgen en verantwoord te kunnen investeren.”
Bron: VEMW, 1 juli 2011